Dit artikel is een publicatie uit de Parametric Release | december 2021.
UMC Utrecht onderzoekt de milieu-impact van partussets
Wat heeft minder impact op het milieu: een herbruikbare partusset of een eenmalige set? Deze onderzoeksvraag stelde het UMC Utrecht aan Lynn Snijder en Martijn Broeren van CE Delft. Zij voerden een milieukundige vergelijking uit tussen de twee sets die bij een bevalling worden ingezet. Op basis van hun conclusie kan het UMC Utrecht beter onderbouwde keuzes maken bij de inkoop van partus- en vergelijkbare instrumentensets.
De partusset bestaat uit een schaar voor de navelstreng, drie arterieklemmen die de navelstreng afklemmen en een epischaar die in 20% van de bevallingen wordt gebruikt om ‘de knip’ te zetten. Er zijn twee soorten sets op de markt: een herbruikbare en een eenmalige variant. Lynn en Martijn berekenden de milieu-impact van de twee partussets door middel van een versimpelde levenscyclusanalyse (LCA). LCA is een gestandaardiseerde methode om de milieukundige prestaties van producten of processen over de hele productieketen te kwantificeren.
Lynn Snijder is sinds oktober 2018 werkzaam bij CE Delft als onderzoeker/adviseur bij de sector Ketenanalyse. Bij CE Delft heeft Lynn zich gespecialiseerd in de uitwerking van milieu-analyses in praktisch beleid. Martijn Broeren werkt sinds oktober 2017 bij CE Delft en is senior onderzoeker/adviseur bij de sector Ketenanalyse. Hij gebruikt levenscyclusanalyses om de milieuimpacts van producten en diensten te evalueren en verbeteropties in kaart te brengen. CE Delft draagt met onafhankelijk onderzoek en advies bij aan een duurzame samenleving.
Bij de oprichting veertig jaar geleden (als ‘Centrum voor Energiebesparing’) lag de nadruk op energie; tegenwoordig richten de onderzoeken zich vooral op duurzaamheid. Met economische, technische en beleidsmatige expertise helpt CE Delft structurele veranderingen te realiseren. “Je kunt dus echt iets betekenen voor de verduurzaming van de samenleving”, vertelt Lynn. “In mijn werk vind ik juist ook die sociale component belangrijk. We voeren een onderzoek uit en daaruit volgt een conclusie. Maar wie gaat er vervolgens mee aan de slag en hoe beïnvloedt de uitkomst de samenleving?
Martijn: “Onze onderzoeksmethoden zijn toepasbaar op alle sectoren en uiteenlopende productieprocessen. We werken vaak voor bedrijven, bijvoorbeeld in de chemie, maar ook voor overheden, NGO’s en nu de zorg, zoals in deze opdracht die we voor het UMC Utrecht mochten uitvoeren. Het is interessant om in verschillende sectoren een kijkje in de keuken te mogen nemen en vanuit
verschillende invalshoeken naar duurzaamheidsvraagstukken te kijken.”
Herbruikbare sets
De herbruikbare partusset bestaat uit vijf instrumenten: één schaar, drie arterieklemmen en een epischaar. Deze worden in Pakistan geproduceerd van chirurgisch staal en vervoerd naar het UMC Utrecht. Voor gebruik bij een bevalling wordt de set gereinigd, gedesinfecteerd, verpakt en gesteriliseerd bij de Centrale Sterilisatie Afdeling (CSA) binnen het UMC Utrecht. Vervolgens wordt de set gebruikt bij een bevalling. De set bestaat altijd uit dezelfde instrumenten, hoewel deze niet bij iedere bevalling nodig zijn (de epischaar wordt bijvoorbeeld maar in 20% van de gevallen gebruikt).
Vervolgens worden de gebruikte partussets op de afdeling gynaecologie verzameld en getransporteerd naar de CSA. Bij de CSA worden de partussets op de volgende manier gereinigd en gesteriliseerd: voorspoelen, machinaal reinigen en desinfecteren, samenstellen, verpakken en steriliseren. Daarnaast worden de karren gereinigd die voor het transport van de partussets worden gebruikt. Bij het CSA-proces worden water, stoom en elektriciteit gebruikt. Deze worden binnen het ziekenhuis geproduceerd in een warmtekrachtcentrale. Zeep en verpakkingsmaterialen voor de sets worden buiten het ziekenhuis geproduceerd, evenals een deel van de gebruikte elektriciteit.
Momenteel is het gemiddeld aantal keer dat deze partussets zijn gebruikt bijna 500 keer per set
De herbruikbare set wordt meerdere malen gebruikt en na ieder gebruik gereinigd en gesteriliseerd bij de CSA. Wanneer de instrumenten onscherp zijn worden ze geslepen. Wanneer ze niet meer bruikbaar zijn, worden de instrumenten weggegooid. Het is onbekend hoe vaak de sets worden geslepen en gebruikt voordat ze uiteindelijk worden weggegooid. Wel is bekend dat er momenteel 62 partussets in gebruik zijn bij UMC Utrecht. Deze zijn ingekocht in de periode 2007-2012 en zijn tussen de 38 en 642 keer gebruikt. Momenteel is het gemiddeld aantal keer dat deze partussets zijn gebruikt bijna 500 keer per set. Wanneer de instrumenten niet meer voldoen, worden ze weggegooid bij het specifieke ziekenhuisafval. Na verbranding wordt 96% van de metalen hergebruikt als ruwijzer. De verpakkingsmaterialen (ook die worden gebruikt bij de CSA) worden bij het nietspecifieke ziekenhuisafval verwerkt.
Eenmalige partusset
De eenmalige partusset bestaat uit twee verpakkingen met producten daarin. De ene bevat vier instrumenten: één schaar en drie arterieklemmen. De ander bevat de epischaar. Deze laatste verpakking wordt alleen opengemaakt en gebruikt wanneer deze gebruikt moet worden bij de bevalling, wat dus in 20% van de bevallingen zo is. Alle instrumenten zijn vervaardigd van chirurgisch staal, gereinigd, verpakt en gesteriliseerd. Vervolgens worden ze vanaf onbekende locatie vervoerd naar het UMC Utrecht. Na gebruik worden de instrumenten en hun verpakkingen weggegooid. De instrumenten worden weggegooid bij het specifieke ziekenhuisafval, waarna ze worden verbrand. 96% van de metalen wordt vervolgens gebruikt als ruwijzer. De verpakkingsmaterialen worden bij het niet-specifieke ziekenhuisafval verwerkt.

Conclusie van het onderzoek
Martijn en Lynn hebben geconcludeerd dat de herbruikbare partusset beter is voor het klimaat en qua impact op de menselijke gezondheid over de hele levenscyclus. De reden dat de klimaatimpact van de eenmalige variant hoger is, is de grotere hoeveelheid instrumenten die moet worden geproduceerd. De impact van de CSA bij herbruikbare sets is kleiner dan het opnieuw produceren, transporteren en verwerken van een nieuwe eenmalige set. Pas wanneer een herbruikbare partusset minder dan drie keer wordt hergebruikt, is de eenmalige variant voor zowel de impact op het klimaat als de menselijke gezondheid beter. De herbruikbare sets bij het UMC Utrecht die nog in omloop zijn, draaien nu al gemiddeld maar liefst 500 geboortes mee. Betekent dit dat het UMC Utrecht direct overstapt op het gebruik van herbruikbare sets en andere ziekenhuizen al snel zullen volgen? Zo werkt het niet per se, legt Lynn Snijder uit. “Het gebruik van een herbruikbare of eenmalige set is, naast de impact op het milieu, afhankelijk van vele factoren. De prijs bijvoorbeeld. De hanteerbaarheid van de instrumenten; werkt de ene set net zo prettig als de andere? De capaciteit van de CSA is een andere factor en dan is er nog de veiligheid. De conclusie van ons onderzoek zal zeker bijdrage aan de afweging, maar het is niet gezegd dat het ziekenhuis direct overstapt.
Duurzaamheid is duidelijk een steeds groter aandachtsgebied geworden
Wat interessant is, is dat we ook een gevoeligheidsanalyse hebben uitgevoerd. De CSA van het UMC Utrecht is recentelijk vernieuwd, waardoor de resultaten nier per se representatief zijn voor andere ziekenhuizen. In de gevoeligheidsanalyse hebben we daarom bekeken of de conclusie zou veranderen als de milieu-impact van het CSA-proces anderhalf keer zo hoog zou zijn. Dit komt overeen met een situatie waarin de CSA minder energie-efficiënt is, of waarin de energie uit bronnen met een hogere CO2-voetafdruk wordt opgewekt. Deze gevoeligheidsanalyse laat zien dat de resultaten robuust zijn. Ook als de milieu-impact van de CSA anderhalf keer zo hoog is, scoren de herbruikbare partussets beter.
Aandacht voor duurzaamheid
Hoe zit het eigenlijk met het gebruik van herbruikbare- en wegwerpsets in ons land? Lynn: “Zo’n 20 tot 30% van de ziekenhuizen gebruikt wegwerpsets. Na het verschijnen van een onderzoek zien we regelmatig dat we ook vanuit andere organisaties en instellingen eenzelfde verzoek volgt. De uitkomst van ons onderzoek is niet één op één van toepassing op andere ziekenhuizen, omdat de omstandigheden overal weer anders zijn. Het zou dus goed kunnen dat we een dergelijk onderzoek naar de milieuimpact ook vanuit andere ziekenhuizen zullen krijgen. Duurzaamheid is duidelijk een steeds groter aandachtsgebied geworden.”
Martijn: “Ik vind het een interessante ontwikkeling dat zoveel ziekenhuizen zich inzetten voor duurzaamheid. Uiteraard staat de zorg voor de patiënt altijd centraal. Maar daarbij vragen ze zich ook af wat zij kunnen doen om hun processen beter in te richten zodat de impact op het milieu kleiner is. Duurzaamheid speelt overal; niet langer alleen bij de overheid en energiebedrijven. Daar leveren wij met ons werk graag een bijdrage aan!”